Weet Conner Rousseau als socialist wel wat het is om op te groeien in armoede? Of om te behoren tot een minderheid? De partijvoorzitter van Vooruit komt met een eerlijke analyse…
“Ik weet het, ik ben white privilege class, maar ik heb vanaf heel jonge leeftijd geleefd tussen jongeren die helemaal niet bevoorrecht zijn”, benadrukt Conner Rousseau in gesprek met Primo. Eén ding is duidelijk…
“Ik weet dus waarover ik het heb. Ik snap de mensen hun armoede. Daar is mijn passie ontstaan om voor gelijke kansen voor jongeren te strijden en ook het idee voor het invoeren van gratis maaltijden op school komt daaruit voort. Ik heb gezien wat honger met iemand doet”, onthult het socialistische kopstuk in Primo. Vooral toen hij meeging op kampen opende zijn ogen…
“De kinderen op de kampen kwamen uit de arbeidersklasse en er was veel armoede. Veel kwetsbare jongeren. En dat heeft me als persoon heel sterk gevormd tot wie ik vandaag ben”, verduidelijkt Conner Rousseau. Al zal hijzelf één ding nooit doen…
“Ik ben een socialist maar ik ga niet de gelofte van armoede afleggen. Ik ben niet het type socialist die vindt dat hij zelf arm moet zijn om iets aan armoede te kunnen doen”, spreekt Conner Rousseau duidelijke taal in gesprek met Primo.