Jean-Marie Pfaff heeft er dan wel een unieke carrière opzitten, hij kende ook veel tegenslag en moest zich als gewone jongen keer op keer bewijzen. “We groeiden thuis op met twaalf kinderen. In een woonwagen. Mijn vader verloor ik op jonge leeftijd. Veel hadden we niet, maar toch had ik grote dromen.”
Toen hij startte bij SK Beveren was zijn doen bij de nationale ploeg komen maar al snel kreeg hij de wind van voren. “Volgens Raymond Goethals, die trainer was van de nationale ploeg toen ik bij Beveren speelde, kon ik niets.”, vertelt Jean-Marie aan ‘Primo’. Reden te meer om harder te werken voor Jean-Marie. Maar ook bij zijn thuisploeg kreeg hij af te rekenen met jaloezie. “Het ging zelfs zo ver dat ik op een dag bij het bestuur van Beveren moest komen. Ik stond te veel in de kranten, kreeg ik te horen. Het mocht wat minderen. Wat moest ik dan doen? Slecht spelen?”, gaat hij verder.
Opgeven stond in elk geval niet in zijn woordenboek en bleef hard aan de weg timmeren. De bekendste keeper van België mag alvast terugblikken op een indrukwekkend palmares. De Gouden Schoen winnen, drie titels met Bayern, finale op het EK, uitgeroepen tot beste keeper te wereld, hij deed het allemaal. Al is er een moment dat hij boven alles zet. “Het WK in Mexico van 1986 uiteraard. En dan die terugkeer en ontvangst in Brussel! Dat ik daar vier keer terug het podium werd opgeroepen, zegt genoeg zeker? Dat moment is de bekroning van mijn carrière.”, besluit Jean-Marie Pfaff nog.