Omdat zopas een naslagwerk verscheen waarin Boudewijn de groot zijn hele oeuvre van commentaar voorziet, blikt hij in Gazet van Antwerpen terug op zijn artiestenleven.
Zijn kleindochter Aysha, zelf muzikante onder de naam Meis, vindt het rock-‘n-roll-imago van haar opa alvast ‘vet-cool’.
Toch was volgens de gevierde zanger zijn rock-‘n-roll-bestaan nog vrij bescheiden. “Ik had bijvoorbeeld geen groupies, ik heb ook nooit een hotelkamer gesloopt. Ik had ook geen exorbitante wenslijstjes”, bekent Boudewijn. “Ik was eigenlijk heel keurig.”
Na een optreden reed de artiest meestal braafjes naar zijn thuisstek. Maar dan doet hij in Gazet van Antwerpen een toch wat gedurfde bekentenis.
“Ik had toen een heel snelle auto en er bestond nog geen maximumsnelheid. Ik reed van Antwerpen naar Weesp, nabij Amsterdam, in een uur of zo.”